DEN HAAG-DEN HAAG
Twee Irakezen in 2015 tijdens hun vlucht uit de stad Mosul door luchtaanvallen werden getroffen, willen weten of hier nederlandse F-16’s betrokken zijn geweest. In een donderdag een brief verstuurd waar de nederlandse krant NRC Handelsblad over het bericht, vraag hun advocaat Liesbeth Zegveld opheldering van de minister Jeanine Hennis van Defensie.
De twee slachtoffers, die gewond waren geraakt, waren volgens de brief van 26 januari 2015, in een colonne van taxi ‘ s op de weg van Mosul naar Bagdad, op de vlucht voor de terreur van de groep IS. De auto ‘ s werden twee keer gebombardeerd.
Over de inspanningen van de nederlandse strijders in de strijd tegen IS is nog niet veel bekend. Het is dus onduidelijk op welke gegevens ze aanvallen hebben gedaan en op welke plekken. Het is bekend dat het Openbaar Ministerie zijn vier studies heeft uitgevoerd omdat van incidenten met mogelijk burgerslachtoffers.
Brief nog niet ontvangen
Het ministerie van Defensie heeft laten weten dat de brief van Zegveld nog niet is ontvangen en dat daarom geen inhoudelijke reactie kan geven. Een woordvoerster zei dat de meldingen van mogelijk burgerslachtoffers door het hoofdkwartier van Centcom onderzocht te worden. “Als er sprake is van een mogelijke nederlandse betrokkenheid, Defensie uw eigen onderzoek. Daarnaast is OP de hoogte gebracht van eventuele wapeninzet door nederlandse eenheden.”